Door Beata Bruggeman-Sekowska
Op 19 oktober 1984 werd Pater Jerzy Popieluszko, de kapelaan van de Solidariteits-beweging in Warschau die opkwam voor de mensenrechten in de Poolse Volksrepubliek, op brute wijze vermoord door officieren van de Veiligheidsdienst. Zijn dood kwam als een schok in Polen en werd symbolisch voor de onderdrukking door het communistische regime van zowel de kerk als de oppositie. 40 jaar na deze tragische gebeurtenissen blijft zijn erfenis als martelaar en vrijheidsstrijder levend.
Kapelaan van Solidariteit en stem van de waarheid
Pater Jerzy Popieluszko werd op 14 september 1947 geboren in Okopy, een klein dorpje in Podlasie. Na voltooiing van het seminarie in Warschau werd hij in 1972 tot priester gewijd. Zij geestelijk pad was onlosmakelijk verbonden met oppositie tegen het communistische regime. Vanaf augustus 1980 raakte hij verbonden met de beweging Solidariteit. Hij werd een van haar meest herkenbare kapelaans.
Tijdens de stakingen in de staalfabrieken te Warschau vierde Popieluszko missen ten behoeve van de stakers en gaf hen spirituele steun. Zijn activiteiten waren echter niet beperkt tot religieuze diensten. Tijdens de op 13 december 1981 afgekondigde staat van beleg organiseerde hij hulp aan door het regime vervolgde personen, distribueerde hij hulp uit het buitenland, steunde hij oppositiefiguren tijdens rechtszaken en hield hij de befaamde ‘Missen voor het Thuisland’ in de St. Stanislaus Kostka kerk in Warschau’s Zoliborz district.
Duizenden mensen kwamen op deze missen af, niet alleen uit Warschau maar uit heel Polen. In zijn preken verwees Pater Jerzy naar de leer van het evangelie, paus Johannes Paulus II en kardinaal Stefan Wyszynski. Zijn boodschap – uitgedrukt in de woorden “Word niet overmand door het kwaad maar overwin het kwade door het goede” – werden symbolisch voor het vreedzame verzet tegen het onderdrukkende communistische regime.
Vervolging en provocaties
De activiteiten van Pater Popieluszko waren een doorn in het vlees van de autoriteiten van de Poolse Volksrepubliek. Zij beschuldigden hem ervan de preekstoel te misbruiken voor het propageren van politieke denkbeelden. Hij werd geregeld ontboden voor ondervragingen en zijn appartement werd regelmatig onderste boven gekeerd. De meest beruchte provocatie vond plaats toen de Veiligheidsdienst op 12 december 1983 explosieven en vuurwapens in zijn appartement plaatste in een poging hem van terroristische activiteiten te beschuldigen.
Ondanks de veelvuldige intimidatiepogingen zette Pater Popieluszko zij pastorale werkzaamheden voort. De autoriteiten beschouwden zijn invloed als een gevaar voor het regime. Daardoor werd hij een doelwit van operaties van de Veiligheidsdienst die uiteindelijk zouden leiden tot zijn dood.
Laatste dagen en brute moord
Op 19 oktober 1984 keerde Pater Jerzy Popieluszko terug naar Warschau na een mis te hebben gevierd in Bydgoszcz ten behoeve van arbeiders. Op de terugweg werd hij bij het dorpje Gorsk ontvoerd door officieren van de Veiligheidsdienst die waren vermomd als verkeerspolitie. Zijn chauffeur, Waldemar Chrostowski, slaagde erin te ontsnappen door uit de rijdende auto te springen. Pater Popieluszko werd bruut in elkaar geslagen en in de kofferbak van een auto gesmeten.
Uit getuigenissen van zijn ontvoerders – Grzegorz Piotrowski, Leszek Pekala en Waldemar Chmielewski – weten we nu dat Pater Jerzy herhaaldelijk is gemarteld. De moordenaars hadden hem zodanig vastgebonden dat zijn pogingen zijn benen enigszins te strekken leidden tot verstikking. Hij werd ten slotte na nog een wrede foltering vanaf een dam in Wloclawek in de rivier de Vistula (Weichsel) geworpen. Zijn lichaam werd op 30 oktober 1984 gevonden. Een zak vol stenen was eraan gebonden en zijn handen waren zodanig vastgebonden dat elke beweging het touw rond zijn hals strakker zou aantrekken.
Begrafenis en proces
De begrafenis van Pater Jerzy Popieluszko vond plaats op 3 november 1984. Er kwamen honderdduizenden mensen op af, waarmee het een massale manifestatie van de oppositie tegen het communistische regime werd. Ook de leiders van ‘Solidariteit’, onder wie Lech Walesa, waren aanwezig.
Tijdens het zogenoemde Torun-proces, dat op 27 december 1984 begon, werden bovengenoemde drie ontvoerders van de Veiligheidsdienst veroordeeld wegens het ontvoeren, martelen en vermoorden van Pater Popieluszko. Hun baas, kolonel Adam Pietruszka, die de order tot het misdrijf had gegeven werd eveneens veroordeeld. Grzegorz Piotrowski kreeg een gevangenisstraf van 25 jaar, de anderen 14 tot 15 jaar. Maar de vonnissen werden algauw gereduceerd. Piotrowski kwam daardoor op 16 augustus 2001 vrij, na slechts 15 jaar te hebben vastgezeten.
Nalatenschap en zaligverklaring
Pater Jerzy Popieluszko is een symbool geworden van verzet tegen tirannie en van de strijd voor vrijheid. Zijn niet-aflatende inzet, moed en toewijding aan de waarheid verschaften hem de status van nationale held. In 2010 werd hij door de katholieke kerk zaligverklaard als martelaar voor het geloof.
Zijn graf bij de St. Stanislaus Kostka kerk in Warschau, is een pelgrimsoord voor honderdduizenden gelovigen geworden. Zij boodschap – geworteld in liefde, vergevingsgezindheid en het overwinnen van het kwade door het goede – blijft velen inspireren, in Polen en de hele wereld.
Veertig jaar na zijn dood blijft Pater Jerzy Popieluszko een symbool voor vrijheid, mensenrechten en verzet tegen onrecht.
afbeelding: public domain, more information: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Jerzy_Popieluszko.jpg?uselang=pl#Licencja
Follow Us!