Door Jack Twiss Quarles van Ufford. Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Vilnius, Litouwen
Sommige tentoonstellingen laten je achter met meer vragen dan antwoorden. En is dat niet precies wat musea en kunst zouden moeten doen? Je vooropgezette ideeën uitdagen en je aanmoedigen om die kritisch te bekijken. Niet per se om je mening te veranderen, maar om je te laten beseffen dat er andere perspectieven zijn, die tot andere keuzes kunnen leiden. Zowel in het verleden als in het heden.
De tentoonstelling “The Sweet Life of the Nomenklatura” in Vilnius is een perfect voorbeeld van dit principe. Te zien zijn werken van de Litouwse fotograaf Antanas Sutkus. Voor wie niet bekend is met zijn werk: Sutkus wordt op veel manieren beschouwd als de vader van de Litouwse fotografie. Zijn beelden van het straatleven in Vilnius en het vastleggen van het dagelijks leven en tradities elders in het land, waarin hij gewone Litouwers in hun natuurlijke omgeving toont, zijn fotografie van de hoogste kwaliteit. Voor wie bekend is met de Nederlandse fotografie – als we een vergelijking moeten maken – sluit zijn werk aan bij de traditie van Eva Besnyö en Cas Oorthuys.
Deze tentoonstelling laat echter een ander aspect van Sutkus’ werk zien. Als lid van de Communistische Partij tijdens de Sovjetbezetting van Litouwen had hij toegang tot de nomenklatura – de bevoorrechte elite in de officieel klasseloze samenleving. Maar niet alleen dat, hij was zelf ook onderdeel van de nomenklatura en genoot van alle bijbehorende privileges. Dit doet misschien niets af aan de artistieke waarde en kwaliteit van zijn werk, maar het roept wel de vraag op: hoe beïnvloedde dit zijn werk? De keuze van zijn onderwerpen, bijvoorbeeld. Maar ook: wat liet hij níet zien in zijn foto’s? Een treffend voorbeeld hiervan is de volledige afwezigheid van de lange rijen voor winkels. Gezien zijn werkwijze is het bijna ondenkbaar dat hij die nooit is tegengekomen. Maar het was duidelijk geen favoriet onderwerp van de Communistische Partij, omdat het de inefficiëntie van het socialistische systeem blootlegde.
De tentoonstelling geeft ook inzicht in het bevoorrechte leven van de nomenklatura. Sutkus werd uitgenodigd als een van hen, maar ook als ‘huisfotograaf’ van de Partij. We zien foto’s van formele – of beter gezegd: saaie – feesten, met altijd dezelfde bloemstukken en een overvloed aan eten en drank. Toch zijn er ook enkele beelden van momenten ná het officiële gedeelte, wanneer de drank zijn werk heeft gedaan en het zingen en dansen begint.
Een ander aspect dat wordt belicht is het kantoorleven, en de centrale rol van de telefoon. Niet beschikbaar voor gewone stervelingen, uiteraard. Op foto’s zien we bureaus met rijen telefoons – een teken van wie de macht had. En altijd onder het waakzame oog van Lenin aan de muur. De dictatuur – na de brute Stalin-jaren – werd in grote mate via de telefoon bestuurd. Bevelen werden niet altijd op papier gezet, maar een telefoontje was voldoende. En telefoons werden massaal afgeluisterd. Een interessant weetje in dit verband: de huidige residentie van de Finse ambassadeur in Vilnius was ooit het centrale afluisterstation van de Sovjets. En wanneer gedeelde appartementen later tóch telefoons kregen, waren het gemeenschappelijke telefoons op de gang – zodat sociale controle en angst de gesprekken beperkten.
En dan al die parades, de zorgvuldig voorbereide spandoeken en vlaggen. Altijd veel opkomst, maar nooit echte enthousiasme op de foto’s te zien. Aanwezigheid was verplicht, maar voor jonge mannen en vrouwen bood het tenminste een gelegenheid om elkaar te ontmoeten. Want ook onder bezetting en dictatuur moest het leven doorgaan.
Het is moedig van het museum om deze tentoonstelling samen te stellen. En minstens zo moedig van Antanas Sutkus om zijn archief open te stellen en deze kant van zijn werk te laten zien. Het werpt licht op de keuzes die hij heeft gemaakt, die hem de mogelijkheid boden om zijn carrière op te bouwen, te reizen en de uitzonderlijke fotograaf te worden die hij is.
Het is ook interessant in het licht van veel onbeantwoorde vragen uit het verleden, die vandaag nog steeds relevant zijn. Zoals de ongeopende archieven met namen van Litouwers die tijdens de Sovjetbezetting werkten voor de geheime diensten NKVD en KGB. Ooit was het wellicht verstandig of begrijpelijk om die niet te openen, om oude wonden niet te heropenen terwijl Litouwen zichzelf opnieuw opbouwde na de hernieuwde onafhankelijkheid in 1990. Maar tegenwoordig blijven deze archieven een giftige erfenis die de binnenlandse politiek blijft achtervolgen. Hoewel de kwestie door de nieuwe partij Nemuno Aušra om geheel andere redenen wordt uitgebuit, is het geen onlogische vraag om vanuit historisch perspectief te stellen. We hoeven alleen maar te denken aan de recente – en nog steeds niet afgesloten – discussie in Nederland over het openen van bepaalde historische rechtbankdossiers van de speciale rechtbank na de Duitse bezetting.
De tentoonstelling nodigt uit tot discussie en reflectie. Was Antanas Sutkus in zekere zin een ‘undercover’ fotograaf, die op subtiele wijze liet zien hoe kleinburgerlijk de nomenklatura eigenlijk was? Of was hij simpelweg een pragmatische opportunist, die ten volle profiteerde van de ijdelheden van de macht? Ik weet het antwoord niet, maar ik moedig iedereen die in Vilnius woont of de stad bezoekt aan om deze tentoonstelling te gaan bekijken. Want voor mij heeft deze haar doel bereikt: de juiste vragen stellen en mij laten worstelen met de antwoorden.
Auteur:
Jack Twiss Quarles van Ufford. Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Vilnius, Litouwen
Foto’s: © privéarchief van Jack Twiss Quarles van Ufford
Litouws Nationaal Museum – House of Histories, T. Kosciuškos g. 3, Vilnius
Te zien tot 11 mei 2025
Follow Us!