Poolse Rondetafelgesprekken plaveiden de weg naar de val van het communisme

Beata Bruggeman-Sekowska

 

De Poolse Rondetafelgesprekken begonnen op 6 februari 1989 in het Namiestnikowski Paleis in Warschau en duurden tot 5 april van dat jaar. De regering startte de discussie met de leiders van de oppositie om de sociale onrust te verminderen. Aan de gesprekken namen 29 vertegenwoordigers van de regering, 26 vertegenwoordigers van de oppositie, met inbegrip van leden van het verboden “Solidarnosc”, en 3 waarnemers van de kerk deel.

 

De gesprekken vonden plaats in werkgroepen: de groep voor economische en sociale kwesties, de groep voor vakbonden en partijpluralisme, en de groep voor politieke hervormingen. Aanvullend waren er kleinere groepen die over andere sociale en politieke thema’s spraken, zoals huisvesting, hervorming van het rechtssysteem, landbouw, media, gezondheidszorg, milieubescherming, mijnbouw, jeugd, wetenschap, onderwijs en technologische vooruitgang.

 

Na twee maanden werd consensus bereikt ober onder andere vroege, deels vrije verkiezingen voor het Poolse parlement (niet meer dan 35% van de zetels voor de oppositie), en vrije verkiezingen voor de Senaat, het toestaan van een onafhankelijk dagblad, zendtijd voor de oppositie op radio en TV, aankondiging van geheel vrije verkiezingen voor het parlement binnen hooguit 4 jaar, toestemming voor het herstel van verboden organisaties  die na 13 december 1981 waren verboden (inclusief “Solidarnosc”) en de belofte bezittingen en banen terug te geven aan mensen die in de periode van de noodtoestand waren ontslagen.

 

De Rondetafelgesprekken waren van enorm belang voor de politieke toekomst van Polen. Zij plaveiden de weg naar een vrij en democratisch Polen en daarmee naar de definitieve beëindiging van het communisme in Polen.