Patrick van Schie
Op 5 maart 1946 hield Winston Churchill een toespraak in Fulton, een stad in de Amerikaanse staat Missouri. De Britse oorlogsleider, tot ruim een half jaar daarvoor premier, nam een eredoctoraat in ontvangst van het Westminster College in Fulton. Hij begon zijn rede Churchilliaans met de opmerking dat de naam Westminster hem wel bekend voor kwam.
Na de luchtige opening ging hij over op serieuze zaken: de toestand in de wereld en de rol voor Amerika in het bijzonder als de nieuwe wereldmacht. Onder zijn gehoor bevond zich de president van de Verenigde Staten: Harry Truman. Twee zaken moesten volgens Churchill worden voorkomen om de veiligheid, het welzijn, de vrijheid en de vooruitgang voor de mensen te garanderen: oorlog en tirannie. Dat oorlog moest worden voorkomen behoefde na zes jaar Tweede Wereldoorlog geen toelichting. Churchill ging vooral nader in op de rol van de nieuwe internationale organisatie de Verenigde Naties. Die moest zo snel mogelijk worden uitgerust met een krijgsmacht, en Churchill stelde voor ermee te beginnen dat landen squadrons vliegtuigen beschikbaar zouden stellen. De kennis over kernwapens moest vooral níet worden gedeeld met de VN. Die kennis was veilig in handen van de Verenigde Staten, maar zou dat niet zijn wanneer een communistisch of fascistisch regime deze verkreeg.
En dat bracht hem bij het beroemdste deel van zijn toespraak: zijn waarschuwing tegen (de nieuwe) tirannie. De vrijheden die individuele burgers in het Westen genoten, golden in tal van staten niet. Daar, waar één gepriviligeerde partij aan de macht was, werden gewone burgers door een politieke politie gecontroleerd. Het Westen was niet in staat in zulke landen te interveniëren. Maar het Westen diende wel zijn eigen waarden hoog te houden en bedacht te zijn op de eventuele expansionistische plannen van de Sovjet-Unie.
Nu reeds stond een deel van het Europese continent onder directe controle van Moskou. ‘From Stettin in the Baltic to Triest in the Adriatic an iron curtain has descended across the Continent. Behind that line lie all the capitols of the ancient states of Central and Eastern Europe. Warsaw, Berlin, Prague, Vienna, Budapest, Belgrade, Bucharest and Sofia, all these famous cities and the populations around them lie in what I must call the Soviet sphere.’ De vanouds kleine communistische partijen in dit deel van Europa oefenden er nu onevenredige macht uit en trachtten totalitaire controle te verkrijgen. Er was, met uitzondering van Tsjechoslowakije [nog slechts kort; PvS], geen echte democratie.
De Westerse democratieën dienden tegenover het tirannieke communisme samen te werken, hun eigen beginselen hoog te houden, en de Russen het enige te tonen waarvoor Moskou respect heeft: militaire kracht.
Anderhalve week na het ‘Lange telegram’ dat George Kennan vanuit de Amerikaanse ambassade naar Washington zond, met een analyse van de buitenlands-politieke doelen van de Sovjet-Unie, droeg Churchills openlijke waarschuwing in Fulton bij aan een groeiend realiteitsbesef. De Sovjet-Unie, tijdelijk bondgenoot tegen nazi-Duitsland, vormde een nieuw gevaar. Het communistische regime onderdrukte zijn eigen bevolking en die van de veroverde landen. Centraal- en Oost-Europa was niet bevrijd, maar had een nieuwe bezetter gekregen. Het Westen zou, onder leiding van de Verenigde Staten en het Britse Gemenebest, pal moeten staan ter verdediging van de eigen vrijheid. De Koude Oorlog begon. Het was zaak deze niet op slagvelden te doen uitvechten.
Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay
Follow Us!