Ryszard Siwiec: de eerste zelfverbranding tegen communistische onderdrukking

door Beata Bruggeman Sękowska

 

Op 8 september 1968 pleegde Ryszard Siwiec zelfmoord door openbare zelfverbranding in protest tegen de invasie van het Warschaupact in Tsjechoslowakije. Hij stak zichzelf in brand tijdens het nationale (Poolse) oogstfestival in het Stadion Dziesięciolecia in Warschau, in aanwezigheid van de leiders van de Poolse Verenigde Arbeiderspartij, diplomaten en 100.000 toeschouwers.

Ryszard Siwiec was de eerste persoon in Centraal- en Oost-Europa die door zelfverbranding protesteerde tegen de invasie en de communistische onderdrukking. Vier maanden later deed Jan Palach in Praag hetzelfde.

 

“Hoor mijn schreeuw”

Ryszard Siwiec werd op 7 maart 1909 geboren in Debica.[in het huidige Polen gelegen in het zuidoosten]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich aan bij de (grootste en niet-communistische) verzetsbeweging, het Poolse Thuisleger. Na de oorlog weigerde hij werk als docent omdat hij geen deel wenste uit te maken van de communistische propagandamachine. Hij begon te werken als boekhouder.

Hij verafschuwde de onderdrukkende communistische regering en steunde protesterende studenten tijdens de politieke crisis van maart 1968 in Polen. Hij schreef en drukte verschillende anti-regeringspamfletten onder het pseudoniem Jan Polak. Vóór zijn daad van zelfverbranding in Warschau had hij ene testament opgesteld. Hij had bovendien op een bandje een anticommunistische boodschap opgenomen waarin hij de Sovjet-Unie van imperialisme beschuldigde. Zijn laatste woorden waren: “Mensen die nog een sprankje humaniteit en menselijke gevoelens in zich hebben, kom bij zinnen! Hoor mijn schreeuw, de schreeuw van een gewone grijze man, een zoon van een natie die zijn eigen vrijheid en andermans vrijheid boven alles lief heeft, meer dan zijn eigen leven. Kom bij zinnen! Het is niet te laat!”

In de trein naar Warschau [op weg naar zijn laatste daad] schreef hij een afscheidsbrief aan zijn vrouw. Die zou haar pas 22 jaar later bereiken omdat de Veiligheidsdienst hem in beslag nam en al die jaren achterhield. Ryszard schreef: “Lieve Maria, huil niet. Het is  verspilling van energie en je zult ze nog nodig hebben. Ik ben er zeker van dat ik 60 jaar voor dit moment heb geleefd. Sorry, ik had niet anders gekund. Ik ga sterven zodat waarheid, menselijkheid en vrijheid niet ten onder gaan, en dit is een geringer kwaad dan de dood van miljoenen mensen. Kom niet naar Warschau. Niemand kan mij meer helpen. We zijn op weg naar Warschau, ik schrijf in de trein, dus letters zijn wat bibberig. Ik voel mij echt goed, ik voel een innerlijke vrede als nooit tevoren in mijn leven.”

Tijdens zijn daad van zelfverbranding verspreidde hij enkele pamfletten en droeg een spandoek met de woorden:

“Voor onze vrijheid en die van andere landen” en “Eer. Vaderland”. Hij schreeuwde: “Ik protesteer” en liet niet toe dat hij geholpen werd. Hij werd naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij na vier dagen overleed. Al die tijd was hij onder politiebewaking. De communistische regering beweerde dat hij aan een geestesziekte leed en een ernstig drankprobleem had.

De daad van zelfverbranding werd door fotografen en op video opgenomen, maar de communistische regering verbood elke publicatie. De meeste van de enkele genomen foto’s zijn verloren gegaan of vernietigd. Ryszard Siwiec identificeerde zich met het anticommunistische verzet maar zijn zelfverbranding was een individuele daad en het verzet wist er tevoren niets van. De Poolse redacteuren van Radio Free Europe hoorden er pas enkele dagen later van, maar het management achtte het bericht niet betrouwbaar. Na de zelfverbranding van Jan Palach en een nieuw bericht uit Polen werd het  bericht over Siwiec’ zelfopoffering in maart 1969 alsnog uitgezonden.

 

Erkenning

In 1981 werd voor het eerst het transcript van de boodschap van Ryszard Siwiec van vlak voor zijn zelf verbranding gepubliceerd, in een herdenkingsboek dat zijn familie uitbracht.

In 1991 maakte Maciej J. Drygaz de filmdocumentaire “Hoor mijn schreeuw” en een radioprogramma “Laatste wil”. Ze waren gebaseerd op archiefdocumenten die Drygas ontving en op een video van 7 seconden over Siwiec’ zelfverbranding die hij ontdekte, alsmede op verklaringen van familie en ooggetuigen. Onderzoekers van het Poolse Instituut voor Nationale Herinnering ontdekten in 2003 nieuw videomateriaal dat de Poolse veiligheidsdienst in beslag had genomen.

In 2001 kreeg Ryszard Siwiec de Tomáš Garrigue Masaryk, eerste klasse, toegekend door Vaclav Havel, president van de Tsjechische Republiek. In hetzelfde jaar kende de Poolse president Aleksander Kwaśniewski hem, de Orde van het Poolse Verzet toe, Commandeurskruis. En in 2006 kreeg hij de Orde van het Dubbele Witte Kruis, derde klasse, toegekend door Ivan Gašparović, president van de Republiek Slowakije.

Aan de nagedachtenis van Ryszard Siwiec zijn verschillende herdenkingsplaquettes gewijd. Voorts is de straat voor het Tsjechische Instituut voor de Studie naar Totalitaire Regimes naar hem genoemd, met vlakbij een herdenkingsplaats. Een brug in Przemyśl, waar hij leefde, is naar hem genoemd. Een straat bij het nieuwe stadion Naradowy, voorheen Stadion Dziesieciolecia [waar de zelfverfbranding plaatsvond] is ook naar Ryszard Siwiec genoemd, en er is een obelisk te zijner nagedachtenis opgericht.

 

Afbeelding: Wikipedia Commons

 

Bronnen: het artikel is gepubliceerd door Central and Eastern Europe Centre www.communications-unlimited.nl en is met toestemming opnieuw gepubliceerd.